Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [31]de HEERE zeide tot Abraham: Waarom heeft Sara gelachen, zeggende: Zou ik ook waarlijk baren, nu ik oud geworden ben? 31. Merk op dat Hij, die tot nog toe het woord gevoerd heeft en vs.2 een man genoemd wordt, hier Jehovah, de HEERE genoemd wordt.